Ketensturing/Het besturen van ketens/culturele dimensie/doelgebonden speelruimte

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen



Ketensturing richt zich in essentie op vier dimensies: cultuur, relatie, procedure en inhoud. Voor elke dimensie worden twee aandachtspunten voor besturing onderkend, pijlers genaamd. Deze 8 pijlers vormen het fundament van een adequaat besturingsmodel voor ketens en worden beschreven in 'Het besturen van ketens'

Pijler 2: doelgebonden speelruimte

De kennis van en de kundigheden voor het ketenproces liggen veelal bij de medewerkers die ‘het moeten doen’: de ketenmedewerkers op het operationele niveau. Op dat niveau moet een horizontale samenwerking ontstaan die het ketenproces feitelijk laat werken; deze ketenmedewerkers vormen feitelijk de keten.

Werken in ketens vraagt méér dan opdrachten uitvoeren die vanuit de hiërarchie zijn opgelegd. Het is geven en nemen binnen een speelveld waarin - bij gebrek aan eenhoofdige leiding - andere regels gelden dan binnen de eigen organisatie. Dit speelveld vraagt ter plekke aan gemandateerde ketenspelers om samenhangende keuzes en beslissingen in relatie tot het beoogde doel. Deze doelgebonden speelruimte vraagt derhalve om ketenspelers die zich relatief autonoom binnen de aanwezige regels kunnen bewegen, verantwoordelijkheid durven nemen en goed kunnen omgaan met het spanningsveld tussen de aansturing vanuit de (verticale) eigen lijn en de eisen die vanuit het (horizontale) ketenproces worden gesteld.

Doelgebonden speelruimte vraagt verder om management dat vertrouwen en ruimte biedt door zelf ‘op de handen te blijven zitten’. In termen van organisatiecultuur is ketensamenwerking dan ook een oefening in bescheidenheid voor managers. Zij moeten zich realiseren dat hun drang om tot diep in de keten te managen averechts kan werken en heel vaak leidt tot oplossingen voor problemen die er niet zijn of die net niet de juiste snaar raken door gebrek aan expertise. Waar het om gaat is het operationele niveau ‘zelf het roer in handen te geven’, en er slechts voor te zorgen dat dit binnen de juiste koers (kaders) en in samenhang gebeurt.