Ketensturing/Implementatie van ketensturing/sturen op kwaliteit en continuïteit bij ketenmedewerkers
Het implementeren van ketensturing is complex en intens. Binnen 'Implementatie van ketensturing' worden enkele belangrijke implementatieaspecten rondom ketensturing beschreven.
Onderdeel van Ketensturing
|
Sturen op kwaliteit en continuïteit bij ketenmedewerkers
De opbouw en operationalisering van de ketensamenwerking vraagt om kwaliteit en continuïteit bij de betrokken ketenspelers.
Bij de interne werving van medewerkers die een rol gaan spelen in de keten, kan niet slechts gekeken worden naar technische of inhoudelijke kennis, of naar ‘toevallige beschikbaarheid’. Het zijn juist de relationele vaardigheden (soft skills) en de persoonlijke wil om iets in de keten te willen betekenen die iemand geschikt maken. Zonder passie en plezier komt de keten niet tot leven; er zijn enthousiaste en geïnspireerde mensen nodig.
Regelmatige wisseling van sleutelspelers dient te worden voorkomen, zeker gedurende de opbouwfase. Hier wordt van elke ketenpartner commitment gevraagd, zodat de ingezette ketenspelers niet van het ene op het andere moment teruggeroepen kunnen worden en ingeruild worden voor andere medewerkers. Voor een krachtige start van de ketensamenwerking zijn pioniers nodig die gezamenlijk de basis leggen voor de verdere ontwikkeling van de keten.
Ook op de langere termijn blijft het van belang om kennis te behouden over de beginfase van de keten. Wat waren de problemen, hoe zijn ze aangevlogen en welke oplossingen zijn er gekozen? Op basis van dit historisch besef kan voorkomen worden dat partijen in de toekomst in dezelfde valkuilen vallen als op eerdere momenten, of dat eerder in gezamenlijkheid besloten oplossingen teniet worden gedaan. Het langdurig behouden van een of enkele spelers binnen de ketenorganisatie levert een basale bijdrage aan dit historisch besef, het ‘geheugen’ van de ketensamenwerking.
In de praktijk blijkt dat niet iedereen in de wieg gelegd is voor ketensamenwerking. Het is van belang om dit goed te monitoren en vroegtijdig te signaleren. Individuele begeleiding kan werken maar soms is het beter om iemand die niet voor ketensamenwerking in de wieg is gelegd een rol buiten de keten te geven, waarbij zowel de persoon in kwestie als de ketensamenwerking beter af zijn.