Types architecturen in NORA-familie

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De vele architecturen van de NORA-familie kun je indelen in verschillende types. Dit onderscheid is geen waardeoordeel of formele indeling, maar kan het gemakkelijker maken te begrijpen waar architecturen overeenkomen en waar ze verschillen. Een aantal veelgebruikte onderscheiden zijn:

Domein- en ketenarchitecturen[bewerken]

Domein- en ketenarchitecturen kijken niet vanuit één bepaalde organisatie, maar maken juist de interactie van organisaties op een bepaald inhoudelijk domein of binnen een bepaalde keten mogelijk. Er zijn grote verschillen in aanpak, scope en volwassenheid tussen de verschillende domein- en keten-architecturen. Die verschillen komen, net als de gemaakte architectuurkeuzes, voort uit de context waarbinnen ze zijn opgesteld. Voorbeelden van domeinarchitecturen zijn LIDA (Langdurige-zorg InformatieDomeinArchitectuur) en HORA (Hoger Onderwijs Referentie Architectuur), voorbeelden van ketenarchitecturen zijn KarWeI (Ketenarchitectuur Werk en Inkomen) en de Referentiearchitectuur Jeugdketens

Gezien de huidige indeling van onze samenleving in Domeinen, schatten we in dat per heden (2022) tenminste 30 domein- en ketenarchitecturen beschikbaar zijn.

Bestuurlijke dochters[bewerken]

'Bestuurlijke dochters' van de NORA zijn de architecturen die horen bij de vier Nederlandse bestuurslagen:

De invalshoek van deze architecturen is de positie van de organisatie waar ze voor gemaakt zijn. Elk project dat te maken krijgt met een specifieke bestuurslaag doet er goed aan te kijken wat de impact van deze architectuur gaat zijn. Om projecten die met meerdere bestuurslagen te maken hebben te helpen proberen de vier bestuurlijke dochters samen op te trekken en gelijke keuzes te maken. Tegelijk kan er een belangrijke reden zijn waarom twee bestuurslagen een andere architectuurkeuze maken: de architectuur moet aansluiten bij de bestaande organisatie, taken, beschikbare middelen en maatschappelijke omgeving. De vier bestuurlijke dochters zijn openbaar toegankelijk via een wiki, net als de NORA.

Volgens de visie op dienstverlening zouden overheidsdiensten niet gebonden moeten zijn aan individuele overheidsorganisaties, maar aan de overheid als geheel. Voor de architectuur van de overheid betekent dit, dat domein- en ketendienst-architecturen naast de invalshoek "de dienst aan de burger en het bedrijf" ook de invalshoek "het samenwerken van de organisaties" moet kennen en dat overheidsorganisaties hun Enterprise Architectuur verbinden aan die domein- en ketendienstarchitecturen.

Enterprise en Concernarchitecturen[bewerken]

Enterprise en Concernarchitecturen zijn een stap concreter. Ze richten zich op een enkele organisatie (de Enterprise of het Concern) en vullen daarvoor de bovenliggende modelarchitectuur in voor de eigen processen, systemen en omgeving.
In de praktijk is het onderscheid een kwestie van gradatie: referentiearchitecturen worden concreter en voor grote organisaties is ook de Enterprise architectuur nog redelijk abstract, met daaronder weer concretere architecturen. Voor het Rijk is de referentiearchitectuur MARIJ dan ook opgevolgd door de EAR (EnterpriseArchitectuur Rijksdienst), vanuit de gedachte dat de Rijksdienst één Enterprise vormt.
Zie ook Enterprise-architectuur

Gezien het aantal overheidsorganisaties, schatten we in dat er per heden (2022) tenminste 1.000 enterprise architecturen zijn.

Project Start Architecturen (PSA's)[bewerken]

Dit zijn de architecturen die worden opgesteld om de kaders en oplossingsruimte mee te geven voor een verandertraject van A naar Beter. Op basis van een PSA kunnen alternatieve oplossingen worden bepaald en na een keuze voor zo'n oplossing kan een Oplossingsarchitectuur worden opgesteld, al dan niet tegelijkertijd met de realisatie daarvan (Waterval, dan wel Agile werkwijze).
Zie ook PSA (Project Startarchitectuur)

Gezien de vele projecten en programma's van de overheid, schatten we in dat er per heden (2022) al enkele 10.000'en PSA's zijn opgesteld en dat er nog vele 10.000'en zullen volgen in de "digitale transitie" naar 2030 of 2040.
Het loont dus om te sturen op goede kwaliteit van PSA's !
Zie ook Gratis NORA review op een PSA.

Oplossingsarchitecturen (Solution Architectures, SA's)[bewerken]

Een architectuur van een gekozen oplossing.
Zie ook Solution-architectuur

Aangezien een SA doorgaans de nadere uitwerking is van een PSA, schatten we in dat er per heden (2022) enkele 10.000'en SA's beschikbaar zijn.

Referentie- en Modelarchitecturen[bewerken]

Een referentiearchitectuur wordt door Greefhorst e.a. gedefinieerd als herbruikbare architectuur, gebaseerd op best practices. Het biedt een sjabloon voor het opstellen van doelarchitecturen, enterprise architecturen en oplossingsarchitecturen voor specifieke organisaties of een bepaald domein. Zo’n specifieke architectuur kan bij aanvang worden samengesteld uit een selectie van principes, modellen en beschrijvingen uit de referentiearchitectuur, waarna deze aangepast en aangevuld kunnen worden op de specifieke situatie.
Zie ‘Herbruikbare architectuur -een definitie van referentie-architectuur’, Greefhorst e.a., 2009 en ook Toepassen van referentie-architectuur.

Het overgrote deel van de architecturen die traditioneel tot de NORA Familie gerekend worden zijn referentie- of modelarchitecturen. Dat betekent dat ze een vrij hoog abstractieniveau hebben en bedoeld zijn om als model of referentie gebruikt te worden bij het opstellen van meer concrete architecturen. Referentie- en modelarchitecturen concentreren zich doorgaans op de interoperabiliteit tussen organisaties en wat daar voor nodig is.
Tegenwoordig wordt elke overheidsarchitectuur gezien als familielid (dat zijn er dus 10.000'en), dus is het aantal referentie-architecturen (dat we per 2022 inschatten op ca. 35) niet meer het "overgrote deel". Maar het zijn juist wel de beheerders van deze referentie-architecturen die zijn vertegenwoordigd in de NORA Gebruikersraad. Vanuit de NORA Gebruikersraad streven we naar convergentie en vermindering van het aantal referentie-architecturen en daarnaast naar het meer en meer inbrengen van architectuur binnen de referentie-architecturen, zodat daarmee het opstellen van de PSA's en SA's wordt vergemakkelijkt met tevens een betere kwaliteit.