Ketensturing/Implementatie van ketensturing/stap voor stap vormgeven van het besturingsmodel

Uit NORA Online
< Ketensturing‎ | Implementatie van ketensturing
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het implementeren van ketensturing is complex en intens. Binnen 'Implementatie van ketensturing' worden enkele belangrijke implementatieaspecten rondom ketensturing beschreven.

Onderdeel van Ketensturing


Afbeelding van het bestuur van Siena

Voorwoord nieuwe druk
Verantwoording
De wereld van ketens
Het besturen van ketens
Bouwstenen voor ketensturing
Implementatie van ketensturing
Veranderingen in ketensamenwerking
Literatuurlijst
→ Download heel Ketens de baas (PDF, 11,78 MB) / ePub versie
Vlag van Groot-Brittannië Translation Mastering Alliances (PDF, 7,6 MB) / ePub version


Stap voor stap vormgeven van het besturingsmodel

Ketensturing wordt stap voor stap geoperationaliseerd. Overzichtelijke en concrete stappen worden het eerst gezet, met name op die gebieden waar de klassieke taakgerichte werkwijzen evident tekort schieten. Om de noodzakelijke mindset gericht op ketensamenwerking te bereiken worden de ketenspelers actief en intensief betrokken bij de invulling en opbouw van het besturingsmodel.


Concreet: de ketenspelers op alle niveaus moeten het sturingsmodel in samenhang met elkaar invullen en omarmen. Dat is de beste wijze om een gedragen besturingsmodel te bedenken en later in de praktijk te ontwikkelen. De ketenspelers op alle niveaus moeten kunnen wennen aan de nieuwe werkwijze. Daarvoor wordt de noodzakelijke ruimte gecreëerd voor innovatie en experimenten, voor ´trial and error’. Als er iets misgaat moet de staande organisatie niet direct in de controlmodus (de ‘hiërarchiestuip’) schieten. Neem de tijd voor ontwikkeling en leer van fouten is het devies.


Het opzetten van ketensturing is geen invuloefening en er is geen blauwdruk. Het is een kwestie van ´top down´ vertrouwen geven en ´bottom up´ vertrouwen opbouwen. Vanuit de leiding moet en kan niet verwacht worden dat ‘alles in een keer goed gaat’, zij moet de operationele laag ruimte geven om van de fouten te leren. Niet door passief toe te kijken maar door actief te participeren in het analyseren van de situatie en het bedenken van verbetermaatregelen.


Anderzijds moet de operationele laag niet verwachten dat zij van het ene op het andere moment het vertrouwen heeft. Vertrouwen moet je verdienen en kan niet afgedwongen worden. Door open en transparant met het management te communiceren over wat goed gaat en vooral ook over wat fout gaat, ontstaat een basis waarin wederzijds vertrouwen groeit.